Remco: ‘We werken voor de lange termijn, maar op deze korte termijn zijn we al positief’
Sinds 2021 zoeken ondernemers Huibert, Remco en Martijn in de Proeftuin Van Pallandtpolder naar een duurzame invulling voor 69 hectare grond in Middelharnis. Doel van het drietal is minder input van meststoffen en chemie, vergroten van biodiversiteit en kringloop akkerbouw en melkvee sluiten. In onderstaand artikel blinkt akkerbouwer Remco Wesdorp terug op de resultaten en ervaringen tot nu toe. ‘Het gaat om de doelen op lange termijn, maar onze ervaringen zijn positief.’
Remco kijkt naar de ervaringen met kringloop, het perceelsgericht werken, werken met en voor natuur, inzet van minder chemie en gebruik van compostthee. Het volledige artikel vind je hier.
Hieronder een aantal opvallende resultaten en ervaringen volgens Remco.
Kringlooplandbouw
In de proeftuin worden diverse gewassen geteeld in een extensief bouwplan (1:6) waarbij gekeken wordt naar hoe veehouderij en akkerbouw elkaar kunnen versterken. Zo worden veldbonen geteeld ter vervanging van geïmporteerde soja in het rantsoen voor het melkvee. Wesdorp: ‘Verder proberen we te kijken naar het voerrantsoen om zo gezonde rijpe mest te produceren. Die dient dan weer als basis voor de bemesting van de gewassen. Daarnaast verwachten de we de komende jaren ook de revenuen te kunnen gaan merken van de ruimere vruchtwisseling in combinatie met veldbonen en grasklaver.’ Dit jaar is er na tweedejaars grasklaver een stikstofproef gedaan in het gewas aardappelen. Daarbij gaf het nul-object zeven procent minder opbrengst dan de gangbare referentie. Het was een eerste proefveld in aardappelen na grasklaver, waarbij er gekeken werd en gemeten is wat er met stikstof in de grond en in het blad gebeurt als je er niks bij brengt. Wesdorp: ‘Ik vind die opbrengstdaling meevallen. We willen dit experiment zeker herhalen. Daarbij willen we kijken of we met een kleine startgift van bijvoorbeeld vijftig kilo stikstof, het opbrengstverschil kunnen verkleinen.’
Stroken of kleine percelen
De polder is ingedeeld in meerdere kleine percelen van 39 meter breed, spuitboombreedte, om zo de biodiversiteit te vergroten in het gebied. Na elke zes percelen van 39 meter breed volgt een vaste natuurstrook van 12 meter breed. Daarvan wordt het maaisel tweemaal per jaar afgevoerd. De natuurelementen liggen op vaste plekken in de polder. Het grootste gedeelte bestaat uit inheems kruidenrijk hooiland. Daarnaast is er ook een patrijzenakker, flora-akker en een wintervoedselveld.
Minder chemie
De vraag is of deze teelt op smalle percelen (stroken) een bijdrage levert aan de beoogde vermindering van het chemiegebruik. ‘Ja, dat denk ik wel’, zegt Wesdorp. ‘Kijk naar bijvoorbeeld de coloradokever. Als ik die vind in een strook, spuit ik daartegen in alleen die strook. In mijn gangbare bedrijf zou ik een heel perceel van tien hectare spuiten. In de Van Pallandtpolder willen we problemen meer perceelsgericht aanpakken. Dat kan in de hoeveelheid insecticide schelen. In overleg met het Louis Bolk-instituut hanteren we ook bij andere plagen schadedrempels. We kijken bij de middelenkeuze naar alternatieven, middelen die natuurlijke vijanden zoveel mogelijk sparen.’ Daarnaast is in samenwerking met Koppert B.V. geëxperimenteerd met het uitzetten van natuurlijke vijanden tegen luizen in veldbonen.
Compostthee
Afgelopen seizoen zijn in de Van Pallandtpolder ook ervaringen opgedaan met het toepassen van compostthee. Dat is een extract wat zelf gemaakt wordt, waarbij goede compost dient als basis voor het extract. Wesdorp: ‘De compostthee is eigenlijk een bom van ontelbaar veel soorten gunstige bacteriën en schimmels, die je met de veldspuit kan toedienen op het perceel. In de compostthee zit geen directe voeding. Wel zorgt het leven in deze thee ervoor dat er meer voeding wordt omgezet in de bodem. In 2023 hebben we voor het eerst hiermee gewerkt. In de plantuien was er een proef waarbij we tachtig procent minder fungicide hebben gebruikt ten opzichte van het traditionele perceel. De opbrengst en kwaliteit waren bijna gelijk. ‘Ook hier gaan we dus zeker mee verder’, zegt Wesdorp. ‘De komende jaren hopen we ook in andere gewassen ervaringen te krijgen wat het kan toevoegen.’